Uitgaven voor sociale bescherming: cijfers voor 2019
Het 'Europees Systeem van geïntegreerde Statistieken van Sociale Bescherming' (ESSOBS)[1] is een gemeenschappelijk kader ontwikkeld door Eurostat en de lidstaten van de Europese Unie in de late jaren 70. Dit kader is een antwoord op de nood aan een specifiek instrument om sociale bescherming in de lidstaten in kaart te brengen. In de verschillende landen van de Unie zijn sociale bescherming en sociale zekerheid immers op uiteenlopende manieren georganiseerd. De ESSOBS-methodologie is gebaseerd op een systeem van gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en boekhoudkundige regels. Aan de hand van deze methodologie is een vergelijking tussen de sociale beschermingssystemen van de verschillende landen van de Europese Unie mogelijk.
Alle lidstaten moeten deze statistieken opmaken. Voor België is het de FOD Sociale Zekerheid die deze taak op zich neemt en de gegevens aanlevert aan Eurostat. Recent werden de cijfers voor 2019 toegevoegd aan de rubriek ‘Cijfers van sociale bescherming’ op onze website. De internationale gegevens kunnen worden geraadpleegd bij Eurostat.
In deze ‘Cijfers in de kijker’ presenteren we de nieuwe cijfers voor België en situeren we kort de positie van België in de Europese context. Dit laatste aspect is gebaseerd op de cijfers voor 2018, aangezien nog niet voor alle lidstaten de gegevens voor 2019 gepubliceerd werden door Eurostat.[2] Hierbij is het belangrijk om voor ogen te houden dat deze cijfers de situatie pre-COVID weerspiegelen. De cijfers voor de volgende jaren zullen in de EU waarschijnlijk een sterke toename van de sociale uitgaven vertonen en dit ingevolge de maatregelen om de sociale impact van COVID-19 op te vangen.
Uitgaven naar type
Aan de hand van de ESSOBS-cijfers kan je eerst en vooral de uitgaven voor sociale bescherming in kaart brengen, en dit zowel per type als per functie. In 2019 bedroegen de totale uitgaven voor sociale bescherming in België 137,5 miljard euro, of zo’n 28,9 % van het bbp. Figuur 1 splitst deze uitgaven op naar type, en geeft aan dat 95,2% van deze uitgaven in 2019 sociale prestaties zijn. Het resterend gedeelte betreft werkingsuitgaven en andere uitgaven.
Uitgaven per functie
Een opdeling per functie is ook mogelijk. Figuur 2 toont aan dat de uitgaven voor ouderdom in 2019 met zo’n 40,4% het grootste deel van de uitgaven behelzen. Wanneer we de uitgaven voor ‘ziekte/geneeskundige verzorging’ en ‘invaliditeit’ (die samen overeenstemmen met onze begrippen ziekte- en invaliditeitsverzekering, arbeidsongevallen en beroepsziekten, maar ook de uitkeringen aan mindervaliden en aanvullende ziekteverzekeringen omvatten) en ‘overleving’ hierbij optellen, vormen deze met 83,4 % het overgrote deel van de uitgaven voor sociale bescherming.
De evolutie van het relatief aandeel van de verschillende functies kan ook over meerdere jaren worden bekeken. Figuur 3 geeft de evolutie van de grootste vijf functies weer en dit voor de periode van 2010 tot en met 2019. Hieruit blijkt dat het aandeel van de uitgaven voor ouderdom duidelijk toenam. De uitgaven voor invaliditeit winnen echter ook gestaag aan belang, terwijl deze voor werkloosheid over de jaren heen relatief minder belangrijk werden.
Vanaf 2015 vertoont deze grafiek echter een breuk, te wijten aan de 6e Staatshervorming en de transfert van een aantal uitgaven van de ouderenzorg binnen de ziekteverzekering naar de regionale overheden. Methodologische verschillen voor en na leiden ertoe dat deze vanaf dan geklasseerd worden als uitgaven met betrekking tot ouderenzorg en dus onder de functie ‘ouderdom’ vallen.
Uitgaven in internationaal perspectief
Omdat ESSOBS een Europees kader betreft, kunnen we België ook met onze grootste buurlanden vergelijken. Gegeven het feit dat er voor het merendeel van deze landen nog geen cijfers voor 2019 beschikbaar zijn, is enkel een vergelijking voor de periode tot en met 2018 mogelijk. Deze vergelijking wordt weergegeven in figuur 4 en geeft de uitgaven in percentage van het bbp weer. De uitgaven voor België vinden we terug boven het EU27 gemiddelde (dat in 2018 27,9% bedraagt), maar onder de percentages die voor de buurlanden worden gerapporteerd.
Dit fenomeen observeren we niet enkel voor 2018, maar ook voor de voorgaande jaren. Doorheen de jaren volgt België ook dezelfde algemene evolutie als de EU27, weliswaar op een iets hoger niveau.
Vorig jaar schreven we een artikel over de uitgaven voor sociale bescherming in België in internationaal perspectief. Deze vergelijking gebeurde niet enkel op basis van de ESSOBS-gegevens, maar ook op basis van de SOCX-databank (dit is de ‘Social protection expenditure’ database van de OESO). Hoewel de vergelijkingsbasis in het artikel wat breder was (niet enkel de buurlanden, maar bijvoorbeeld ook Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk), kwamen we tot vergelijkbare conclusies: de uitgaven voor sociale bescherming in België zijn hoog, maar ons land behoort niet tot het groepje landen met de allerhoogste uitgaven. Ook rapporteren onze buurlanden hogere percentages dan ons land.
Ontvangsten voor sociale bescherming
Verder geeft ESSOBS ook een indicatie van de ontvangsten voor sociale bescherming. In 2019 bedroeg het totaal van deze ontvangsten 142,3 miljard euro, ofwel 29,9% van het bbp. Deze ontvangsten kunnen op hun beurt worden opgesplitst per type. In 2019 vertegenwoordigden de overheidstussenkomsten met 40,0% het belangrijkste deel van de inkomsten voor sociale bescherming, maar ook de bijdragen van werkgevers maken met 38,2% een belangrijk onderdeel uit van de inkomsten.
Figuur 5 geeft ook de evolutie weer voor de laatste tien jaar. Terwijl het verschil tussen de werkgeversbijdragen en de overheidstussenkomsten in 2010 nog uitgesproken was (met respectievelijk 41,6 en 35,8%), is dit in 2019 niet langer het geval. De daling van de werkgeversbijdragen voor sociale zekerheid ten gevolge van verschillende genomen maatregelen[3], werd over de jaren heen gecompenseerd met een verhoging van de overheidstoelagen. 2019 is het eerste jaar waarin de overheidstussenkomsten hoger uitvallen dan de bijdragen ten laste van werkgevers. De sociale bijdragen ten laste van beschermde personen en de andere ontvangsten blijven relatief stabiel over de jaren heen.
De FOD Sociale Zekerheid publiceert naast dit artikel jaarlijks ook een meer uitgebreide informatieve brochure over de ESSOBS-data. Deze brochure biedt meer gedetailleerde analyses, alsook een uitgebreide vergelijking met de andere EU-lidstaten. De laatste versie van deze brochure is gebaseerd op de cijfers van 2018 (voor België) en 2017 (voor de vergelijking met de andere lidstaten van de Europese Unie). Deze kan je terugvinden in onze rubriek “Statistische publicaties”.