Methodologische nota: financiering

Inleiding

Het dashboard sociale bescherming heeft als doel een algemeen zicht te geven op de situatie en evolutie van de sociale bescherming in België, en waar mogelijk in vergelijking met onze buurlanden. Het is een communicatie-instrument dat aanvullend werd uitgewerkt door de FOD Sociale Zekerheid naast de bestaande, gespecialiseerde publicaties van de FOD Sociale Zekerheid. Het geeft een geaggregeerd globaal overzicht, voor achtergrond en duiding verwijzen we naar de website van de FOD Sociale Zekerheid.

Het dashboard telt momenteel twee delen, een eerste deel met cijfers over de financiering van de sociale bescherming, en een tweede deel rond adequaatheid van de sociale bescherming. In de toekomst kan de FOD Sociale Zekerheid nog meer delen toevoegen.

Het dashboard over het deel financiering vertrekt van de gegevens zoals deze ook op de website van de bron teruggevonden kunnen worden. We starten met kerncijfers over uitgaven en ontvangsten van de sociale bescherming (bron ESSPROS - Eurostat). We kijken ook naar de uitgaven voor gezondheidszorg (bron SHA – Eurostat) en de overheidsuitgaven voor de vergrijzing aangezien dit zeer belangrijke en gevoelige beleidsdomeinen zijn. We trachten aldus al een aantal belangrijke elementen in het overzicht rond financiering van de sociale bescherming te belichten.

Op de website van de FOD Sociale Zekerheid zijn er, voor SHA en ESSPROS, tabellen beschikbaar die voor België meer detailinformatie weergeven of meer recente data bevatten. De gegevens in het dashboard worden periodiek bijgewerkt.

Uitgaven en ontvangsten van sociale bescherming (ESSPROS)

Bron: European System of integrated Social Protection Statistics. (= ESSPROS)

Data: https://ec.europa.eu/eurostat/web/social-protection

Update: 01/11/2022

1. Algemeen

Sociale bescherming neemt een aanzienlijk deel in van de nationale middelen die herverdeeld worden.   Sociale bescherming is een belangrijke pijler van onze samenlevingsmodellen, maar is in alle (EU)landen anders georganiseerd, wat het moeilijk maakt om tot een vergelijking te kunnen komen. Het Europees systeem van geïntegreerde statistieken van de sociale bescherming (ESSPROS) is een specifieke tool voor de statistische opvolging van sociale bescherming in de Europese Unie. Deze tool maakt het mogelijk om onder Europese landen een coherente vergelijking te maken van de sociale prestaties die aan gezinnen worden verleend en de financiering ervan, dankzij een kader dat de organisatorische en administratieve verschillen tussen landen overstijgt. De ESSPROS-methodologie is gebaseerd op gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en boekhoudkundige regels die gehanteerd dienen te worden voor de samenstelling van statistieken in de Europese Unie.

Het opmaken van deze ESSPROS-statistieken is verplicht voor alle lidstaten en het is de FOD Sociale Zekerheid die deze taak voor België op zich neemt en de gegevens aanlevert aan Eurostat.

2. Methodologie

De statistieken rond de ontvangsten en uitgaven van sociale bescherming (ESSPROS) zijn gebaseerd op een specifieke definitie van sociale bescherming. Onder sociale bescherming wordt daar het volgende verstaan: “alle maatregelen van openbare of particuliere instellingen die tot doel hebben om de lasten van huishoudens en personen ten gevolge van een vastgestelde reeks risico’s en behoeften te verlichten, op voorwaarde dat er geen sprake is van een gelijktijdige tegenprestatie of individuele overeenkomst”, zoals bv. bij individuele levensverzekeringen. De sociale bescherming omvat met andere woorden alle institutionele mechanismen die de vorm aannemen van een systeem van collectieve voorzorg en/of uitvoering geven aan een principe van sociale solidariteit, waarmee de gezinnen en particulieren worden beschermd tegen een aantal sociale risico’s of die tegemoetkomen aan fundamentele sociale behoeften. Deze sociale bescherming gaat vaak gepaard met de betaling van sociale uitkeringen aan gezinnen die worden geconfronteerd met de realisatie van deze risico’s, maar ook met het verlenen van diensten.

Deze definitie van sociale bescherming houdt bijgevolg geen rekening met de rechtstreekse overdrachten van middelen tussen huishoudens of particulieren in de vorm van giften, onderlinge familiale steun en dergelijke. Het gaat om vormen van sociale bescherming, in uitvoering van een vorm van regelgeving.

De sociale bescherming volgens deze definitie omvat ook alle andere types van collectieve verzekeringen (van de zogenaamde ‘tweede pijler’), alsook een ruimere waaier van diensten en voorzieningen die rechtstreeks ter beschikking worden gesteld aan de bevolking (bv. sociale tariefverminderingen, tewerkstellingsdiensten (Actiris, VDAB, Forem, …), adviesdiensten zoals Kind en Gezin, etc.).

In ESSPROS worden de sociale prestaties uitgesplitst per functie, waarbij elke functie overeenstemt met een risico of een behoefte die onder de sociale bescherming valt. Er worden acht sociale risico’s of ‘ESSPROS-functies’ onderscheiden:

  • ziekte/geneeskundige verzorging;
  • invaliditeit;
  • ouderdom;
  • overleving;
  • gezin/kinderen;
  • werkloosheid;
  • huisvesting;
  • niet elders geklasseerde sociale uitsluiting.

Uit de definitie volgt dat, aangezien ESSPROS zich baseert op het begrip ‘sociale bescherming’, dat breder is dan wat in België en andere landen onder ‘sociale zekerheid’ wordt verstaan, het dus evident is dat de cijfers van de voorgestelde sociale prestaties hoger zijn dan de cijfers die enkel betrekking hebben op de Belgische sociale zekerheid. ESSPROS is een opname van de lopende bruto ontvangsten en uitgaven gedurende een bepaald jaar, waardoor het mogelijk is dat er saldi ontstaan.

De ontvangsten en uitgaven worden geregistreerd volgens het ‘accrual’ principe, wat wil zeggen dat zij geregistreerd worden volgens het jaar waarop zij betrekking hebben, ongeacht het moment van betaling.

De ESSPROS-cijfers zijn bruto waarden, en dus worden zij geregistreerd zonder enige aftrek van belastingen of andere verplichte inhoudingen die verschuldigd zijn door de gerechtigden. Het is belangrijk om te weten dat, voor bepaalde types van analyses, het gebruik van bruto prestaties tot foute conclusies kan leiden.

Prestaties toegekend in het kader van sociale bescherming kunnen verschillende vormen aannemen. In het kader van ESSPROS zijn ze evenwel beperkt tot:

  • contante betalingen aan beschermde personen;
  • terugbetaling van de door beschermde personen gemaakte uitgaven;
  • rechtstreeks aan beschermde personen geleverde goederen en diensten.

Het gaat hier dus om rechtstreekse voordelen, in die zin dat ze een rechtstreekse verhoging van het beschikbare inkomen van de gerechtigden tot gevolg hebben.

Het is belangrijk op te merken dat de inkomsten en uitgaven voor sociale bescherming die in het ESSPROS zijn opgenomen, beperkt zijn tot de lopende verrichtingen. De zogenaamde ‘kapitaalverrichtingen’ zoals investeringen, leningen, afschrijvingen enz. worden niet in aanmerking genomen. Enkel de lasten en opbrengsten (interesten, huurgelden, …) met betrekking tot deze verrichtingen worden opgenomen in de boekhoudkundige structuur van het ESSPROS.

3. Detaillering inkomsten voor sociale bescherming in het dashboard

De inkomsten voor sociale bescherming omvatten:

  • Sociale bijdragen: de uitgaven die de werkgevers doen ten voordele van hun werknemers of die de beschermde personen (werknemers, zelfstandigen, gepensioneerden, ...) zelf doen om recht te hebben op sociale prestaties. Deze zijn in de meeste gevallen gerelateerd aan het arbeidsinkomen of de genoten sociale prestatie, maar omvatten ook de bijdragen die betaald worden in het kader van aanvullende verzekeringen. Ook de financiering van prestaties in het kader van het sociaal statuut van ambtenaren die ten laste genomen wordt door de overheden, worden als werkgeversbijdragen beschouwd.
  • Overheidsbijdragen: de financiële participatie van de overheden in de financiering van de sociale bescherming. Deze bijdragen kunnen de vorm aannemen van een rechtstreekse tenlasteneming van de uitgaven door de overheidsadministraties of van toelagen aan de socialebeschermingsstelsels. Deze middelen kunnen uit de ‘algemene’ belastingen komen, maar ook uit toegewezen belastingen (BE: staatstoelage, toelagen regionale overheden, alternatieve financiering, toegewezen ontvangsten (bv. op premie BA auto)).
  • Overdrachten vanuit andere stelsels: er kunnen financiële middelen worden overgedragen tussen de socialebeschermingsstelsels zonder dat daar een tegenprestatie hoeft tegenover te staan (bijvoorbeeld de opening van rechten voor de personen die bij het ‘donerend’ stelsel zijn aangesloten). Meestal gaat het echter om de overdracht van financiële middelen van stelsels met een overschot naar stelsels met een tekort.
  • andere middelen: diverse lopende inkomsten van de socialebeschermingsstelsels zoals huurinkomsten, interesten op beleggingen enz.

Voor een uitgebreid overzicht van de cijfers kan u de site van de FOD Sociale Zekerheid raadplegen:

https://socialsecurity.belgium.be/sites/default/files/content/docs/nl/publicaties/essobs/essobs-data-belgium-2010-nl.pdf

4. Detaillering van sociale prestaties in het dashboard

De uitgaven voor sociale bescherming kunnen worden onderverdeeld in drie groepen: de sociale prestaties, de werkingskosten en de andere kosten. In dit dashboard kijken we enkel naar de sociale prestaties, en laten we de werkingskosten en de andere kosten buiten beschouwing (een vollediger overzicht van de sociale beschermingsuitgaven in België, met inbegrip van werkings- en andere kosten, kan gevonden worden op https://socialsecurity.belgium.be/nl/cijfers-van-sociale-bescherming/statistieken-sociale-bescherming/europees-systeem-statistieken-sociale-bescherming).

De prestaties in het kader van de sociale bescherming worden onderverdeeld in prestaties in geld en prestaties in natura:

  • een prestatie in geld is een prestatie die wordt uitbetaald in geld en waarvoor geen bewijs van de daadwerkelijke uitgaven van de gerechtigde wordt vereist. Prestaties in geld kunnen bijkomend nog onderverdeeld worden in prestaties met een eenmalige betaling, zoals het kraamgeld, en prestaties met periodieke betalingen, zoals bv. pensioenbetalingen.
  • prestaties in natura zijn prestaties die worden toegekend in de vorm van goederen of diensten. De terugbetalingen waarvoor het bewijs van de daadwerkelijke uitgaven van de gerechtigde wordt geëist, worden echter eveneens beschouwd als prestaties in natura.

Anderzijds kunnen prestaties al dan niet aan inkomensvoorwaarden gebonden zijn. De classificatie neemt ook dit onderscheid op:

  • zonder inkomensvoorwaarden: dit zijn sociale prestaties die niet onderworpen zijn aan bepaalde voorwaarden inzake bestaansmiddelen;
  • met inkomensvoorwaarden: dit zijn sociale prestaties die expliciet of impliciet onderworpen zijn aan bepaalde drempelvoorwaarden met betrekking tot de inkomsten en/of het vermogen van de begunstigden.

5. Gebruikte eenheden in het dashboard

De cijfers worden, afhankelijk van de voorstellingswijze, weergegeven in een van de volgende eenheden:

  • in miljoen euro (alleen gebruikt bij het overzicht met de Belgische cijfers).
  • in percentage van het bruto binnenlands product (BBP). Deze eenheid kan gebruikt worden om de gegevens van de verschillende landen beter te kunnen vergelijken. Dat laat toe om de ontvangsten of prestaties proportioneel te vergelijken op basis van het BBP van het jaar.
  • als percentage van de totale ontvangsten of prestaties, naargelang de situatie. Deze eenheid laat toe de proportionele verdeling te vergelijken.
  • als koopkrachtpariteit per hoofd. Deze eenheid is een variante van de eenheid ‘euro per inwoner’ (die hier niet wordt weergegeven), maar brengt bijkomend ook de levensduurte in het land in rekening (hoeveel goederen je kan kopen met één euro)[1].

6. Geografische dimensie van het dashboard

De cijfers voor ESSPROS zijn beschikbaar voor alle landen van de Europese Unie, en daarnaast voor nog een aantal andere Europese landen. Om een vergelijking mogelijk te maken, werd ervoor geopteerd om enkel de cijfers van België, van de EU27 (samenstelling van de Unie sinds 1 januari 2021, dus na de brexit) en van onze buurlanden (Duitsland, Frankrijk, en Nederland) op te nemen. De cijfers zijn beschikbaar vanaf 2011 tot en met 2020.

7. Gegevensbronnen voor het dashboard

De broncijfers zijn de gegevens zoals gepubliceerd op de Eurostat-website. Omwille van consistentie en vergelijkbaarheid van België met andere landen werd voor deze databron geopteerd.

Meer informatie over de door de verschillende landen gebruikte methodologie bij het opstellen van deze cijfers kan je terugvinden op de Eurostat-website.

Uitgaven gezondheidszorg

Bron: System of Health Accounts (=SHA)

Data:

Update: 01/11/2022

Gezondheidsrekeningen: raming van de finale consumptie van goederen en diensten voor gezondheids- en langdurige zorg.

1. Methodologie van de gezondheidsrekening

Gezondheid, en gezondheidszorg worden door veel mensen als een essentieel deel van het leven aanzien. Dit heeft echter ook een prijs en vertegenwoordigt een belangrijk deel van de overheidsuitgaven. Maar gezondheidszorg is in alle landen verschillend georganiseerd, en er bestonden geen echte data die vergelijkingen mogelijk maakten tussen landen.

Hiervoor werd de zogenoemde ‘Health accounts’-methodologie ontwikkeld door de OESO, WHO en Eurostat, en dit in samenwerking met hun lidstaten. Deze methodologie werd gepubliceerd in 2000[2]. Het doel van deze methodologie is het creëren van een instrument dat een analyse van de gezondheidszorgsystemen in de verschillende lidstaten toelaat, en dit op een vergelijkbare basis.

Het doel van de Health-accounts is het ramen van de finale consumptie van goederen en diensten voor langdurige en gezondheidszorg. Daarbij bedoelt men die goederen en diensten waarvan de primaire doelstelling het verbeteren, behouden of tegengaan van een verslechtering van de gezondheid is en waarbij gekwalificeerde medische of zorgkennis nodig is om dit te kunnen verlenen.

De SHA-methodologie voorziet dat de geraamde finale consumptie van gezondheids- en langdurige zorgvoorzieningen wordt uitgesplitst naar

  • financieringsactoren: welke financieringskanalen staan in voor de finale betaling van de geconsumeerde goederen en diensten (sociale zekerheid, overheid, consument, verzekeringsmaatschappijen, …);
  • functie: hierbij wordt de consumptie opgesplitst naar zorgepisodes of waarvoor dient de zorg (acute zorg, revalidatie, langdurige zorg, preventie, geneesmiddelen, …);
  • verstrekkers: waarbij de consumptie opgesplitst wordt volgens de verstrekkers van de zorg (ziekenhuizen, geneesheren, rusthuizen, apotheken, …).

In het kader van dit dashboard wordt enkel de opsplitsing volgens financieringsactor weergegeven. De volledige reeksen voor België (met inbegrip van de andere dimensies) kunnen gevonden worden op https://socialsecurity.belgium.be/nl/cijfers-van-sociale-bescherming/statistieken-sociale-bescherming/gezondheidsrekeningen.

Sinds 2015 is de productie van deze statistiek verplicht voor de EU-lidstaten door de introductie van Verordening (EU) 2015/359 van de Europese Commissie en vormt de ‘SHA 2011 manual’ het methodologisch kader voor het doel, het bereik en de definities van deze statistiek.

Voor België worden de ramingen uitgevoerd door de FOD Sociale Zekerheid.

2. Dashboard

Dit dashboard is beperkt tot de opsplitsing volgens financieringsactor. 

Eenheden

De cijfers worden, afhankelijk van de voorstellingswijze, weergegeven in een van de volgende eenheden:

  • in percentage van het bbp. Deze eenheid kan gebruikt worden om de gegevens van de verschillende landen beter te kunnen vergelijken. Dat laat toe om de ontvangsten of prestaties proportioneel te vergelijken op basis van de nationale rijkdom.
  • als percentage van de totale consumptie. Deze eenheid laat toe de proportionele verdeling te vergelijken.

Gegevensreeks

De cijfers voor SHA zijn beschikbaar voor alle landen van de Europese Unie, en daarnaast voor nog een aantal andere Europese landen. Om een vergelijking mogelijk te maken, werd ervoor geopteerd om enkel de cijfers van België en van onze buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) op te nemen. De cijfers zijn beschikbaar vanaf 2011 tot en met 2020.

Evolutie overheidsuitgaven vergrijzing

Bron: Studiecommissie voor de vergrijzing (SCvV) – Federaal Planbureau

Data: Federaal Planbureau - Databanken - Jaarlijks verslag van de Studiecommissie voor de vergrijzing van juli 2022

Update:  07/2022

De cijfers voor deze indicator komen uit de gegevensbank van de Studiecommissie voor de vergrijzing (SCvV) in het kader van haar vooruitzichten op zeer lange termijn inzake de uitgaven voor sociale bescherming (budgettaire kosten van de vergrijzing).

De reeksen in deze databank bestrijken de periode 2000-2070. De projecties worden opgesteld met de modellen Maltese (macro budgettair model) en het model Midas (microsimulatiemodel) van het Federaal Planbureau (FPB).

De volledige databank van de SCvV bestaat uit de volgende sheets:

  • Hypothesen: bevat de belangrijkste demografische, sociaal-demografische, macro-economische hypothesen en hypothesen inzake sociaal beleid van de projectie van de sociale uitgaven en de indicatoren van sociale houdbaarheid tot 2070.
  • Budgettaire kosten vergrijzing: bevat de budgettaire kosten van de vergrijzing (variatie van alle sociale uitgaven tussen twee jaar in procentpunt van het bbp) en de evolutie van alle sociale uitgaven in procent van het bbp tussen 2000 en 2070 voor alle openbare besturen, entiteit I en entiteit II. De sociale uitgaven aan constante prijzen van 2019 kunnen worden bekomen door de sociale uitgaven uitgedrukt in % van het bbp te vermenigvuldigen met het bbp onderaan het blad. Opm1: het bbp is gedeflatteerd met de consumptieprijsindex aangezien de sociale uitgaven aan constante prijzen met dezelfde index gedeflatteerd zijn. Opm2: De gegevens tot en met 2020 (en voorgaande jaren) zijn geobserveerde data, de gegevens 2021 (en de daaropvolgende jaren) zijn projecties op basis van gegevens beschikbaar in mei 2022 (bijvoorbeeld werkloosheid bevat reeds geobserveerde gegevens voor 2021)
  • Macro-economie: bevat de reële, jaarlijkse groeivoeten van 2000 tot 2070 van de productiviteit per werkende, tewerkstelling, lonen, bbp en bbp per hoofd.
  • Arbeidsmarkt: bevat twee tabellen. De eerste geeft de voornaamste arbeidsmarktindicatoren in % weer (werkgelegenheidsgraad, werkloosheidsgraad, activiteitsgraad, ...) van 2000 tot 2070. De tweede geeft ook de belangrijkste arbeidsmarktgrootheden weer, uitgedrukt in duizenden eenheden (bevolking op actieve leeftijd, beroepsbevolking, werkgelegenheid, werkloosheid) van 2000 tot 2070.
  • Aantal pensioenen: bevat het aantal pensioenen in duizendtallen van 2000 tot 2070 per regeling (werknemers, zelfstandigen, overheidssector en IGO).
  • Bevolkingsvooruitzichten: bevat de bevolking per geslacht en leeftijdsklasse van vijf jaar voor België op 30 juni, van 2000 tot 2070.
  • Sociale houdbaarheid: bevat het geobserveerde armoederisico voor ouderen en een verdeling naar activiteit statuut voor de periode 1994 - 2017. Daarnaast bevat het de projectie van het armoederisico en de Gini-coëfficiënt over de periode 2020-2070.

De SCvV moet een jaarlijks verslag over de budgettaire en sociale gevolgen van de vergrijzing opstellen. Het FPB verzorgt het technische en administratieve secretariaat van de SCvV.

 

[1] PPSH (koopkrachtpariteit per inwoner): dit is een maatstaf om sociale uitgaven van een land per inwoner te vergelijken.

[2] OECD, Eurostat, and World Health Organization (2017), A System of Health Accounts 2011: Revised edition, OECD Publishing, Paris

http://dx.doi.org/10.1787/9789264270985-en