RABOT: vergeetputten in de hoogte

17 april 2018

In de documentaire “Rabot” schetst regisseur Christina Vandekerckhove de portretten van enkele bewoners van drie Gentse sociale woontorens die worden afgebroken. Ze lijken vergeten door de maatschappij en weten vaak niet wat hun rechten zijn. Daarin ligt een verband met het TAKE project van de FOD Sociale Zekerheid.

Eén van de opdrachten van de FOD Sociale Zekerheid is de coördinatie en ondersteuning van het  Belgisch sociaal beleid. Daarbij gaat veel aandacht naar het terugdringen van non-take up omdat dit een belangrijke bedreiging is voor de effectiviteit van ons sociaal beleid. In enkele woorden: een aanzienlijk aantal mensen heeft recht op bepaalde uitkeringen, ondersteuning of hulp maar doet er om diverse redenen geen beroep op of heeft er geen toegang toe: dat fenomeen wordt non-take up genoemd.

Het TAKE project brengt dit in kaart en experten van de FOD Sociale Zekerheid zullen op basis van de onderzoeksbevindingen aanbevelingen doen om het beleid aan te passen met als bedoeling om non-take up terug te dringen. Deze problematiek is duidelijk zichtbaar in de documentaire van Christina Vandekerckhove. RABOT is vooral ook een portret van mensen die lijken vergeten te zijn door de maatschappij en de overheid.

Of dat werkelijk zo is konden we aan de maakster zelf vragen.

Synopsis: RABOT vertelt het verhaal van een sociaal woonblok dat tegen de vlakte moet. Mensen die nergens anders een woning vonden, kregen er een plaats. Een klein dorp in de hoogte waar onverschilligheid hoogtij viert. We volgen een aantal bewoners tijdens de laatste maanden van hun leven in de woontoren. Een raamvertelling over liefde, eenzaamheid en armoede in het hart van onze Westerse samenleving.

Kan je kort de ontstaansgeschiedenis van de film schetsen?

De vzw Kopergieterij vroeg me om een documentaire te maken over de Gentse wijk RABOT. Zelf was ik er ook al mee bezig. Ik heb dan een beetje research gedaan maar het bleek toch snel dat de hele wijk niet de beste insteek was. Toen ik de woonblokken ontdekte en zag dat ze werden ontruimd voor afbraak heb ik resoluut voor dat onderwerp gekozen. Dat was dan op eigen risico en initiatief, want voor dit project was nog geen subsidie voorzien. Omdat de afbraak al begonnen was moest alles redelijk snel gaan en daarom ben ik ook vrij snel beginnen filmen.

Wat was je methode van aanpak?

Eerst heb ik er rondgelopen en ben ik overal gaan bellen om de mensen te leren kennen en hen te vragen of ze wilden meewerken aan het project. Dat heeft veel tijd in beslag genomen. Veel mensen wilden immers ook wel gewoon wat sociaal contact en een gesprek. Ik merkte veel eenzaamheid en nood aan sociaal contact. Sommigen wilden dan uiteindelijk toch liever niet gefilmd worden - om zichzelf te beschermen. Maar uiteindelijk zijn de interviews vlot en openhartig verlopen.

Welke reacties krijg je op de film?

Ik krijg enorm goede reacties via mails en via FB. Een grote verrassing voor mij want het is zeker geen lichte film. Ook de publiekprijs op het filmfestival in Gent was een aangename verrassing. De personages maken indruk en het thema stemt tot nadenken. Veel mensen hadden niet gedacht dat zulke situaties nog bestaan. Zelf was ik er al vertrouwd mee geraakt maar zowel mijn vriend als mijn monteur schrokken toen ze de eerste beelden zagen.

Hoe voelen de bewoners van de torens zich?

De torens zijn in Gent bekend en berucht, hoewel het aanvankelijk een prestigieus project was. Die sociale woonblokken vind je natuurlijk in alle grote steden. Een collega regisseur noemde ze “Vergeetputten in de hoogte”, dat vond ik een heel treffende vergelijking. Bij de bewoners leeft sterk het gevoel dat ze er “gezet” worden en er daarna niet meer naar hen wordt omgekeken. Tijdens de laatste verkiezingen sloegen de politici die torens ook gewoon over. Dat zette nogal wat kwaad bloed.

Inderdaad heel opvallend: ze lijken min of meer aan hun lot te zijn overgelaten – geen hulpverleners, geen zorgtraject, …

Er is wel een permanentie in de gebouwen, maar niet iedereen gaat er naartoe. De sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent biedt dat aan –  2 keer per week. Er is ook een wooncoach voor wie dat wenst, maar niet iedereen wil dat. Het gevoel van verlaten te zijn leeft er wel sterk.

De Afrikaanse vrouw Constance  heeft duidelijk psychische hulp nodig en ze wordt ook wel geholpen maar niet genoeg. Haar ex en een team van WoninGent helpen haar goed en ze krijgt ook medicatie. Ze woont daar graag en ze voelt zich goed in de omgeving, maar de omgeving heeft vaak problemen met haar. Ze wil er dus ook niet weg. Iedereen kan daar in principe komen wonen, waardoor je een grote concentratie van problemen krijgt. Ex-gevangenen, mensen uit de psychiatrie, verslaafden, zieken en ouderen. Er waren ongeveer 500 appartementen.

Wat zijn volgens jou de grootste obstakels voor de bewoners om hun (sociale) rechten te doen gelden?

Ze aanvaarden hoe de situatie is. Er is veel armoede want ik zag de deurwaarder vaak langskomen met brieven voor alle bussen. En dan is er ook nog veel verdoken armoede. Het OCMW helpt er wel via schuldbemiddeling. Actieve “outreach” zou er wellicht goed zijn, maar ik ben geen specialist in die zaken. Ik wilde een documentaire maken over de blokken en de mensen, niet specifiek over rechten en plichten. Ik hoorde meer klachten dat “alles zo maar kan” en dat men laat begaan. Ze vragen meer aandacht voor onderhoud, veiligheid en hygiëne.

Hoe verliep de herhuisvesting van de bewoners?

Via de sociale huisvestingsmaatschappij kreeg Iedereen een andere sociale woning. Er zijn ook nieuwe appartementen gebouwd. Het gaat om een enorme mix van mensen met en zonder werk, daklozen, mensen in armoede en redelijk welstellende mensen, met laag pensioen, geen inkomsten, …

Een van de redenen van de problemen in de wijk is wellicht ook de hoge concentratie van mensen met problemen in zulke torens. Daarbij zijn de tijden ook veranderd: een van de bewoners zegt dat "alle miserie is begonnen toen we onze deuren gingen sluiten". Meer en meer leven we individueel, met minder sociaal contact en minder sociale controle. Er is meer onverschilligheid gekomen, dat zie je overal. De overheid kan dat ook niet overnemen.

Christina Vandekerckhove studeerde met grootste onderscheiding af aan het KASK Audiovisuele Kunst met de documentaire Home video 50, die tevens de View Point documentaire prijs won. Ze werkt sindsdien als freelance regisseur vooral voor televisie (o.a. Cobra, Monumentenstrijd, Wildcard Myanmar, Via Annemie) en theater (Kopergietery: Alice en Titus). In 2015 maakte ze voor Canvas de film De Nada, een muzikale roadmovie met Daan Stuyven en fotograaf Peter De Bruyne. In 2016 maakte ze een surrealistisch filmportret van tekenaar/schrijver Randall Casaer.

Trailer RABOT

Archief Filmfestival Gent RABOT

TAKE project