SD Worx studie REMUN

Uit een onderzoek van SD Worx (2010) bleek dat Belgische bedrijven in 2010 gemiddeld 31 alternatieve voordelen aanboden aan hun werknemers.

Gezien deze evolutie was er een vraag vanuit het beleid naar een actuele inventaris van de hedendaagse vergoedingssystemen.

De DG Beleidsondersteuning en Coördinatie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid (DG Beleidsondersteuning- en Coördinatie) besteedde hiertoe in 2017 een tweeledige onderzoeksopdracht uit: 

  • Inventarisering – Actuele inventaris van zowel de inmiddels klassieke, als de meer innovatieve componenten van het hedendaagse verloningspakket.
  • Kwantitatieve inschatting - Inzicht in:
  • het belang en de verspreiding van de diverse verloningspraktijken;
  •  de verschillen tussen diverse categorieën van werknemers en verschillende sectoren

De uitvoering van deze opdracht werd door SD Worx (Kenniscentrum) toegewezen en resulteerde in een eerste rapport met in bijlage gedetailleerde juridische fiches voor de verschillende verloningsvormen.

Het begeleidingscomité, waarin ook de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid vertegenwoordigd was, besloot in 2018 dat deze studie verder diende te worden uitgediept.

Het opzet van het tweede luik van de studie was om de verschillende verloningsvormen te waarderen en in de mate van het mogelijke te extrapoleren naar de gehele populatie van loontrekkenden onderworpen aan Belgische sociale zekerheid in de privésector. Voor deze studie werd er zeer nauw samengewerkt met de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Het rapport voor het tweede luik omvat een raming van de gemiddelde en geaggregeerde bedragen voor de verschillende verloningsvormen, die in de het voorgaande luik van de studie werden geïdentificeerd, en dit voor de gehele populatie van loontrekkenden onderworpen aan Belgische sociale zekerheid.

De FOD Sociale Zekerheid en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid hebben tijdens de vorige legislatuur ook de evolutie van de verspreiding van de alternatieve verloningsvormen in kaart gebracht, alsook hun verdeling over de verschillende sectoren en categorieën van werknemers.

Voor elk van de geïdentificeerde alternatieve verloningsvormen werd gekeken naar hun (para)fiscale behandeling. Verder werden de verschillende verloningsvormen gewaardeerd en in de mate van het mogelijke te geëxtrapoleerd naar de gehele populatie van loontrekkenden onderworpen aan Belgische sociale zekerheid in de privésector.

Dit analysewerk zal worden verdergezet met het oog op de monitoring van de financiering en het waar nodig nemen van maatregelen om de financiering van de sociale zekerheid te vrijwaren.

Meer informatie op de site van de RSZ