Nationaal College voor socialeverzekeringsgeneeskunde
In december 2016 werd het Nationaal College voor Socialeverzekeringsgeneeskunde inzake arbeidsongeschiktheid op initiatief van de Minister van Sociale Zaken opgericht.
Met dit initiatief bevestigde mevrouw de Minister haar bereidwilligheid om arbeidsongeschikte personen te ondersteunen. Zoals sinds verschillende jaren door steeds meer arbeidsongeschikt erkende personen te kennen wordt gegeven, hebben alle burgers immers het recht om actief aan de samenleving deel te nemen, maar in functie van hun mogelijkheden. In dit kader moet iedereen zijn talenten op de arbeidsmarkt kunnen ontplooien. Deze mogelijkheid moet in gelijke mate worden aangeboden aan arbeidsongeschikte personen, omdat zij, ondanks hun beperkingen, nog veel restcapaciteiten hebben, ook op beroepsvlak.
Wanneer zij niet meer in staat zijn bepaalde activiteiten uit te voeren, zijn er heel wat andere taken toegankelijk voor hen. Een dergelijke inclusieve arbeidsmarkt is in België helaas nog lang geen realiteit.
Opdrachten
In deze context heeft het College onder andere tot taak om gestandaardiseerde methoden voor de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid voor te stellen om de evaluaties op elkaar af te stemmen in de verschillende takken van de sociale zekerheid, namelijk de ziekteverzekering (RIZIV), de beroepsziekten (Fedris, ex-FBZ), de arbeidsongevallen (Fedris, ex-FAO), de werkloosheid (RVA), met inbegrip van de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid. Het gaat ook om het voorstellen van standaarden voor medische communicatie, met de instemming van de patiënt, tussen de verschillende takken van de sociale zekerheid.
Daarnaast werd het College ook gevraagd om de opleiding en de harmonisatie van het statuut van de artsen die betrokken zijn bij de evaluatie van de arbeidsongeschiktheid te onderzoeken.
Leden van het Nationaal College
Alle instellingen, actoren op het gebied van de arbeidsongeschiktheid en/of de erkenning op federaal niveau, zijn lid van het College; wetenschappelijke verenigingen van huisartsen, adviserend artsen, artsen- deskundigen en bedrijfsartsen maken ook deel ervan uit.
De FOD Sociale Zekerheid is lid en biedt ook logistieke steun, zodat op die manier alle leden kunnen genieten van de geavanceerde ervaring waarvan onder andere de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 heeft kunnen genieten.
Gelet op de kwaliteit van de tot dusver verrichte werkzaamheden en de daadwerkelijke betrokkenheid van de verschillende takken van de sociale zekerheid acht het College het evenwel noodzakelijk om zijn werkzaamheden voort te zetten en zou hij zijn activiteit een permanent karakter willen geven.
Eindverslag
Eind december 2020 heeft het Nationaal College zijn eindverslag voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken, prof. Frank Vandenbroucke. In dit verslag wordt de balans opgemaakt van de moeilijkheden waarmee de sector te kampen heeft en wordt een reeks maatregelen voorgesteld.
Voorts kwam het college tot de conclusie dat de arbeidsongeschiktheidssector binnenkort geconfronteerd zal worden met een reeks obstakels en moeilijkheden waarop een passend antwoord zal moeten worden gevonden. Daarom heeft het college de minister voorgesteld zijn activiteiten uit te breiden, zodat concrete voorstellen kunnen worden geformuleerd.
De minister heeft deze argumenten gehoord en in zijn algemene beleidsnota bevestigd dat hij de activiteiten van het College wil uitbreiden.
Synthese van het eindrapport 2020 (.pdf)
Periode 2021 - 2023
Conform de beleidsnota van de minister van Volksgezondheid van 2 november 2020 is het Nationaal College verlengd tot en met 31 december 2023. Na besprekingen binnen het College heeft de minister ingestemd met de voortzetting of ontwikkeling van activiteiten rond 5 thema's:
- Ontwikkeling van een uniform beoordelingsproces voor arbeidsongeschiktheid in de verschillende systemen, zo mogelijk met gebruikmaking van de Internationale Classificatie van Functioneren (ICF) als rapportagetaal;
- Ontwikkeling van een platform voor communicatie en gegevensuitwisseling tussen de verschillende artsen en niet-artsen die betrokken zijn bij de beoordeling van de resterende arbeidscapaciteit;
- Verdere ontwikkeling van de formulieren "arbeidsongeschiktheid en herstel" en steun voor de evaluatie daarvan door de voorschrijvende artsen;
- Steun voor onderzoek naar de status van de medisch deskundige in de sociale zekerheid;
- Verkennende missie om de mogelijkheid te onderzoeken van de oprichting van een bemiddelingsorgaan om het beroep op arbeidsrechtbanken en tribunalen te beperken.
Hoewel de pandemie het werk van de deskundigen uiterst ingewikkeld heeft gemaakt, is het de wens van alle leden om tegen eind 2023 tot concrete voorstellen te komen.