Sociale Zekerheid en een arbeidsmarkt in beweging
Ons model van sociale zekerheid werd grotendeels op onze arbeidsmarkt geënt. Beide zijn dan ook op een dynamische manier met elkaar verbonden.
Naar aanleiding van de 50ste verjaardag van het socialezekerheidsstelsel van de zelfstandigen presenteert de FOD Sociale Zekerheid een stand van zaken betreffende dit stelsel. Tegelijk willen we van de gelegenheid gebruik maken om een debat te faciliteren over onze socialezekerheidsstelsels en de toenemende moeilijkheid om arbeidsrelaties te kwalificeren, specifiek onder invloed van de platform- of deeleconomie. Hiertoe hebben we zowel Belgische als buitenlandse experten uitgenodigd die recent onderzoekswerk hebben verricht inzake deze kwestie en ons gezamenlijk ter zake een ‘status quaestionis’ kunnen aanreiken.
Op 12 december 2018 organiseerde de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid in het kader van de 50ste verjaardag van het socialezekerheidsstelsel van de zelfstandigen (“Happy Independent's Year”) “Sociale Zekerheid en een arbeidsmarkt in beweging”.
Minister Maggie De Block
Minister Denis Ducarme
Zowel Minister Maggie De Block, Minister Denis Ducarme als verschillende academische sprekers namen het woord met een blik op de toekomst van het statuut en oog voor de situatie in de andere EU lidstaten.
50 jaar sociaal stelsel van de zelfstandigen
Guido Van Limberghen (VUB) overliep de oorsprong en evolutie (voorgeschiedenis) van het sociaal statuut der zelfstandigen. 50 jaar sociaal stelsel van de zelfstandigen stemt overeen met de invoering in 1968 van een enig statuut voor alle categorieën van zelfstandigen en voor alle sociale prestatietakken.
Oorsprong en evolutie van het sociaal statuut der zelfstandigen - Guido Van Limberghen (.pdf)
Daniel Dumont (ULB) maakte een stand van zaken en blik naar de toekomst. Het sociaal stelsel werd de voorbije 20 jaar in belangrijke mate verrijkt. In sommige takken is de volledige gelijkheid met de werknemers bereikt. De degressie van de bijdragen van de zelfstandigen stelt evenwel de vraag van de solidariteit in dit statuut. Een paradox: de verdere verbetering van de sociale bescherming van zelfstandigen in de context van een daling van de parafiscale inkomsten (tax shift) en van vermindering van de bijdragepercentages. Verbetering, stop of opnieuw?
Verbreding van de blik naar de andere Europese lidstaten
Mathijn Wilkens (Eurofound) verkende de situatie van de zelfstandigen in de lidstaten van de Europese Unie. Het aantal zelfstandigen blijft stabiel in de EU, maar groei in de Baltische landen en in de Benelux. Er zijn vooral steeds meer zelfstandigen, voornamelijk in de dienstensector (en veel minder in de traditionele landbouwsector) en bij de groep zelfstandigen zonder betaalde werknemers. Zelfstandig zijn is in overwegende mate een vrijwillige keuze, maar dat is maar het geval voor de helft van de zelfstandigen zonder werknemers.
Er is ook sprake geweest van een indeling (“clustering”) van de zelfstandigen op basis van verschillende criteria (afhankelijkheid ten aanzien van de klanten, ondergeschiktheid, arbeidsduur, sociale bescherming, inkomen) met twee grote categorieën als resultaat : de stabiele zelfstandigen en de kwetsbare zelfstandigen, met de gevolgen van dit onderscheid in het statuut zelf wat betreft de arbeidsomstandigheden, innovatie en representativiteit. Tot besluit heeft hij verwezen naar de recente benadering van de Europese Commissie, die tot doel heeft een sociale bescherming als basis voor iedereen in te voeren, ongeacht het statuut.
Exploring self-employment in the European Union - Mathijn Wilkens (.pdf)
Slavina Spasova (OSE) presenteerde een studie over de sociale bescherming van zelfstandigen in 35 landen waaruit blijkt dat er een sterke verscheidenheid tussen lidstaten, binnen lidstaten en categorieën van zelfstandigen bestaat. In slechts 4 lidstaten zijn de zelfstandigen verplicht gedekt voor alle sociale risico’s. In slechts weinige landen zijn de zelfstandigen beschermd tegen werkloosheid of arbeidsongevallen en beroepsziekten. In Ierland, Italië en Griekenland zijn zij niet verzekerd tegen ziekte. In 9 landen - waaronder België - zijn de zelfstandigen voor de meeste sociale risico’s verplicht verzekerd.
Volgens Slavina Spasova hecht de Europese Unie steeds meer belang aan de adequate sociale bescherming van zelfstandigen. In 1992 vroeg de Raad al om de mogelijkheid van de invoering en/of ontwikkeling van passende sociale bescherming voor zelfstandigen te bestuderen, maar het duurde maar liefst 26 jaar alvorens er een concreet initiatief werd genomen. In maart 2018 formuleerde de Raad een ambitieus voorstel van aanbeveling over de toegang tot sociale bescherming, een gevolg van de politieke dynamiek gecreëerd door de Europese pijler van sociale rechten (principe 12).
Paul Schoukens (KU Leuven) gaf een goed overzicht van de conceptuele problemen die gecreëerd worden door een arbeidsmarkt in beweging. Veel “nieuwe” vormen van atypische arbeid zijn varianten of combinaties van de gekendere vormen: zelfstandigen, deeltijdse werknemers, tijdelijke contractuelen. Tijdens zijn presentatie heeft hij heel vaak verwezen naar de studie die hij thans met de universiteit van Tilburg maakt over de grenzen van atypische arbeid
Een bijzonder atypische categorie die beleidsmakers fascineert, zijn de platformwerkers. Een platformwerker wordt gedefinieerd als: (1) een persoon die online is geselecteerd uit een pool van werknemers (2) om prestaties te verrichten via de tussenkomst van een platform (3) persoonlijk (4) on-demand (5) met kortetermijnopdrachten (6) voor verschillende personen of bedrijven (7) in uitwisseling van inkomsten.
Atypisch werk vormt een uitdaging voor de sociale zekerheid. Het wordt steeds moeilijker om te bepalen of iemand al of niet werkt, of er een werkgever is, en hoeveel het totaal verdiende inkomen bedraagt. Allemaal elementen die cruciaal zijn in de socialezekerheidswetgeving. Dit plaatst beleidsmakers voor meerdere uitdagingen. In de eerste plaats is het nodig om het socialezekerheidssysteem technisch aan te passen aan de specifieke kenmerken van niet-standaard werk, in het bijzonder de 'specificiteit van de arbeidsstatus' met toepassing van neutrale beschermingsprincipes. Verder is er toenemende nadruk op het genereren van 'inkomsten', ongeacht de (werk) bron, want de sociale zekerheid wil in de eerste plaats beschermen tegen het verlies van inkomen. Verder dient men zich af te vragen wat de positie van marginaal (inkomen) werk is. Wil men gelijkwaardigheid of sociale steun verlenen aan werknemers met een marginaal inkomen?
(A)typical work and social security - Paul Schoukens (.pdf)
Valerio Di Stefano (KU Leuven) heeft de vraag opgeworpen over de roll van de gebruikte algoritmes op de platformen en stelde het gebrek aan transparantie en de mogelijke discriminaties die ze tussen de werknemers veroorzaken aan de kaak.
Marco Rocca (CNRS, Universiteit van Straatsburg) gaf een overzicht van hoe de rechtspraak in de Europese lidstaten met niet-standaard werk en in het bijzonder platformwerk omgaat. De rechtspraak is gekenmerkt door twee stromingen:
- geen herkwalificatie van de arbeidsrelatie gelet op de "vrijheid" om te kiezen of en wanneer te werken (zet de app aan) en formalistische benadering van het contract;
- herkwalificatie van de arbeidsrelatie als werknemersrelatie rekening houdend met de economische realiteit en de praktische uitvoering van het contract (integratie in de hoofdactiviteit van het platform, controle (geolocalisatie) en sancties).
Fabienne Kéfer en Quentin Cordier (Universiteit Luik) reflecteerden over het statuut van de platformwerkers. De Duitse, Engelse, Spaanse en Italiaanse voorbeelden tonen aan dat de invoering van een “derde statuut” geen passende oplossing is om de grijze zone tussen werknemers en zelfstandigen te verkleinen. Een derde statuut vermeerdert immers deze grijze zones en leidt tot een verschuiving van bepaalde werknemers naar dit statuut, met een vermindering van hun sociale bescherming tot gevolg. Er zijn andere denkpistes :
- specifieke beschermingsmaatregelen nemen voor de zelfstandigen actief op de platformen, zoals dit in Frankrijk werd ingevoerd met de hervorming van het wetboek van arbeidsrecht.
- de sociale zekerheid voor werknemers uitbreiden tot de platformwerkers.
- het criterium juridische ondergeschiktheid vervangen door het criterium economische afhankelijkheid.
- een specifieke arbeidsovereenkomst invoeren (met de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid als inspiratiebron)
Wolfgang Schulz-Weidner, vertegenwoordiger van de Duitse sociale verzekeraars bij Europa, presenteerde de resultaten van een onderzoek van het European Social Insurance Platform in enkele Europese lidstaten naar de rechten van platformwerkers inzake het ouderdomspensioen. Zij concluderen uit het onderzoek dat in de meeste gevallen de consequente toepassing van regels voor sociale zekerheid voor zelfstandigen ook de onafhankelijke platformwerkers helpen. Indien nodig zou de voorzichtige toevoeging van enkele speciale regels voor platformwerk kunnen volstaan om de meeste problemen op te lossen. Het meest urgente probleem lijkt het toezicht op bijdragebetalingen in grensoverschrijdende situaties (platformonderneming is gevestigd buiten het betreffende land, in vele gevallen zelfs buiten Europa).
Pension Insurance for Digital Workers: a comparative perspective - Wolfgang Schulz-Weidner (.pdf)
Yves Stevens (KU Leuven) formuleerde het slotwoord en wierp daarbij een blik naar de toekomst. Hij verwacht dat we, wat betreft de kostendekkende prestaties, gaan evolueren naar een volksverzekering, waarbij het burgerschap en niet het arbeidsstatuut als uitgangspunt wordt genomen. De volksverzekering wordt niet langer uit bijdragen gefinancierd, maar uit algemene middelen.
Wat betreft de inkomensvervangende verzekeringen evolueren we naar een wettelijk systeem van sociale verzekeringen bestaande uit twee lagen: een forfaitair basissysteem aangevuld door sectorale en professionele aanvullende verzekeringen, met een gelijke fiscaliteit in functie van het sociaal risico. De sociale bijstand met inkomenstoets en gefinancierd uit algemene middelen blijft daarbij als vangnet behouden. Er zal ook rekening moeten gehouden worden met de invloed op de sociale zekerheid van de langere levensduur van de meeste Europese burgers.
Debat :
- De vakbond heeft gewezen op de talrijke verbeteringen die onlangs in het statuut van de zelfstandigen werden aangebracht en heeft de wens uitgedrukt dat de toekomstige verbeteringen niet zouden gefinancierd worden door de geldmiddelen van de algemene regeling.
- Voor de representatieve organisaties van zelfstandigen zijn de verdere verbetering van de pensioenrechten en de bescherming in geval van onvrijwillige stopzetting van de activiteit (overbruggingsrecht) prioritair.
Presentaties
- Oorsprong en evolutie van het sociaal statuut der zelfstandigen - Guido Van Limberghen (.pdf)
- La sécurité sociale des travailleurs indépendants : état des lieux et perspectives d’avenir - Daniel Dumont (.pdf)
- Exploring self-employment in the European Union - Mathijn Wilkens (.pdf)
- Accès à la protection sociale des indépendants en Europe - Étude de 35 politiques nationales - Slavina Spasova (.pdf)
- (A)typical work and social security - Paul Schoukens (.pdf)
- Les juges et la qualification de la rélation de travail avec les plateformes digitales - Marco Rocca (.pdf)
- Les travailleurs de plateformes - Salariés, indépendants ou troisième voie ? - Fabienne Kéfer, Quentin Cordier (.pdf)
- Pension Insurance for Digital Workers: a comparative perspective - Wolfgang Schulz-Weidner (.pdf)
- De sociale zekerheid en een arbeidsmarkt in beweging - Een gelukkige verjaardag? - Yves Stevens (.pdf)