Statuut onthaalouders

De FOD Sociale Zekerheid stelde eind juni een rapport op voor “Fase 1 - Evaluatie van het sui-generis statuut van de onthaalouders: overzicht van de huidige situatie, met de beschikbare gegevens”, ondermeer op basis van input van de Openbare Instellingen van de Sociale Zekerheid (OISZ). Dit was voorzien in het federale regeerakkoord.

De beleidscellen van de minister van Sociale Zaken, de minister van Werk en de minister van Pensioenen willen deze kwestie in twee fasen aanpakken:

  1. voorbereiding en analyse door de betrokken overheidsdiensten
  2. bespreking en evaluatie door de sociale partners in de Nationale Arbeidsraad (op basis van de resultaten van fase 1).

De eerste fase moet leiden tot een beter begrip van de volgende elementen:

  • Huidig juridisch kader op het gebied van sociale zekerheid, arbeidsrecht en belastingrecht
  • Problemen, lacunes en mogelijke gebieden voor verbetering op federaal niveau
  • Alle beschikbare cijfers sinds de invoering van het statuut.

Het was nadrukkelijk de bedoeling dat de verschillende betrokken administraties samen aan deze analyse bijdragen.

Aangezien de inhoud van deze eerste fase zeer ruim is en de medewerking van verscheidene belanghebbenden vereist, achtten de betrokken beleidscellen het noodzakelijk dat één instelling deze fase voor haar rekening zou nemen en voor de coördinatie zou zorgen. De FOD Sociale Zekerheid werd hiervoor aangeduid.

De nota presenteert de bevindingen van deze eerste fase. De beleidscellen hadden voorzien dat deze analyse in juli en augustus verder zal worden verfijnd. Op die manier zal de NAR in september met de tweede fase kunnen beginnen.

De Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO)  en de volgende Openbare Instellingen van de Sociale Zekerheid (OISZ) gaven input voor deze nota: Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV), en de Federale Pensioendienst (FPD).