Over het VN-verdrag

Op 13 december 2006 werd het Verdrag van de Verenigde Naties voor de Rechten van Personen met een Handicap aangenomen. Het is het eerste globale mensenrechtenverdrag van de 21ste eeuw en is in België van kracht sinds 1 augustus 2009.

Het VN-verdrag benadrukt dat alle personen met een handicap volwaardig moeten kunnen genieten van alle mensenrechten. De bestaande mensenrechtenverdragen slaagden er onvoldoende in om deze fundamentele rechten in realiteit te brengen voor personen met een handicap. Zo zijn er diverse wettelijke, praktische en fysieke hindernissen waarmee personen met een handicap in het bijzonder geconfronteerd worden. Daarom preciseert het VN-verdrag de verplichtingen van de verdragsstaten voor personen met een handicap.

Het verdrag betekent een paradigmaverschuiving in het denken over handicap. We bekijken handicap niet langer vanuit een medisch model, maar vanuit een sociaal model. Dit houdt in dat we afstappen van het defect-denken, waarbij een “oplossing” gezocht wordt voor een beperking, en we erkennen dat de handicap mee ontstaat door de onaangepastheid van de samenleving aan de noden van personen met een handicap. Niet de beperking op zich is de oorzaak van de handicap, maar de negatieve interactie de beperking en de maatschappelijke drempels of onaangepastheid. Het VN-Verdrag draagt ons op om die obstakels zo veel mogelijk wegwerken zodat personen met een handicap hun grondrechten kunnen laten gelden en hun eigen leven autonoom vorm kunnen geven.

Het VN-verdrag geeft geen definitie van handicap maar verduidelijkt dat “personen met een handicap omvat personen met langdurige fysieke, mentale, verstandelijke of zintuiglijke beperkingen die hen in wisselwerking met diverse drempels kunnen beletten volledig, daadwerkelijk en op voet van gelijkheid met anderen te participeren in de samenleving.”

De basisprincipes van het VN-verdrag zijn:

  1. Respect voor de inherente waardigheid, persoonlijke autonomie, met inbegrip van de vrijheid zelf keuzes te maken en de onafhankelijkheid van personen;
  2. Non-discriminatie;
  3. Volledige en daadwerkelijke participatie in, en opname in de samenleving;
  4. Respect voor verschillen en aanvaarding dat personen met een handicap deel uitmaken van de mensheid en menselijke diversiteit;
  5. Gelijke kansen;
  6. Toegankelijkheid;
  7. Gelijkheid van man en vrouw;
  8. Respect voor de zich ontwikkelende mogelijkheden van kinderen met een handicap en eerbiediging van het recht van kinderen met een handicap op het behoud van hun eigen identiteit.

Tekst van het VN-Verdrag

VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap

Het VN-Comité voor de rechten van personen met een handicap bestaat uit experten die door de verdragspartijen worden verkozen om te waken over de implementatie van het verdrag.

In de eerste plaats staat het VN-Comité in voor de evaluatie van de landenrapporten van de verdragsstaten over hun implementatie van het verdrag. Deze rapportagecyclus bestaat uit een periodiek rapport, eventueel een vragenlijst, een interactieve dialoog tussen de verdragsstaat en het VN-Comité, en de slotbeschouwingen van het VN-Comité met aanbevelingen voor de verdragsstaat.

Daarnaast vervult het VN-Comité een belangrijke rol in de interpretatie van het VN-Verdrag. Aan de hand van algemene commentaren kan het de betekenis van het verdrag verduidelijken.

Tot slot is het comité bevoegd voor het onderzoek van individuele klachten tegen verdragsstaten (op basis van het facultatief protocol).

Meer informatie op de website van het VN Bureau van de Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens  (externe website in het Engels).

Vergadering van verdragspartijen

Ieder jaar komen de verdragspartijen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld samen op het VN hoofdbestuur in New York voor een conferentie over de implementatie van het VN-Verdrag: de conferentie van verdragspartijen (externe website in het Engels).

Meer informatie