Uitgaven voor gezondheidszorg

14 mei 2020

Jaarlijks publiceert de FOD Sociale Zekerheid ramingen van de consumptie van gezondheids- en langdurige zorgdiensten in ons land, volgens de methodologie van het System of Health Accounts (SHA – ook ‘Gezondheidsrekeningen’ genoemd). SHA is een methodologisch kader waarbinnen landen internationaal vergelijkbare ramingen opmaken, en dat gebruikt wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Europees bureau voor statistiek (Eurostat).

Deze methodologie geeft zicht op de consumptie van gezondheidsdiensten aan de hand van drie invalshoeken: wat zijn de voornaamste financieringsbronnen? Langs welke kanalen wordt de zorg verstrekt? En welke zorgvormen worden gebruikt? Recent werden de cijfers voor 2018 toegevoegd aan de rubriek Cijfers van sociale bescherming op de website van de FOD.

SHA laat onder meer toe België te vergelijken met haar buurlanden en de EU, alsook met een aantal OESO-landen zoals de VS en Canada. In 2018 besteedde België 10,3% van haar BBP aan gezondheidszorg. Dit is meer dan het EU gemiddelde, dat in 2017 9,8% bedraagt. Als we echter kijken naar onze grootste buurlanden, zien we dat de uitgavenniveaus daar op vergelijkbare hoogtes liggen. Merk hier op dat de cijfers voor de EU en de buurlanden betrekking hebben op 2017; recentere cijfers zullen binnen een paar maanden gepubliceerd worden op de websites van de OESO en Eurostat.

Onderstaande tabel toont aan dat in 2018 ongeveer drie kwart van alle uitgaven voor gezondheidszorg gefinancierd werden via overheidsmiddelen (o.m. via de verplichte ziekteverzekering). Op de tweede plaats vinden we met net geen 20% het eigen aandeel betaald door de gezinnen terug, terwijl ongeveer 5% uit aanvullende verzekeringen gefinancierd werd.

Ongeveer 30% van de uitgaven voor gezondheidszorg in 2018 gaat naar intramurale curatieve en rehabilitatieve zorg (dit gaat om zorg verstrekt in ziekenhuizen, zowel in het kader van de traditionele opnames, als daghospitalisaties). Op de tweede plaats vinden we de zorg terug verstrekt aan niet-opgenomen patiënten (o.m. huisbezoeken door dokters); terwijl langdurige zorg, geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (buiten de ziekenhuizen) respectievelijk een derde en vierde plaats innemen. Een kleine 2% van de uitgaven gaat naar instellingen en organisaties die zich bezighouden met preventie.

In België wordt zowat een derde van de zorg verstrekt via ziekenhuizen, maar ook de zorg verstrekt in de ambulante sector is ongeveer even belangrijk. Bij deze laatste gaat het zowel om de zorgen bij geneesheren, tandartsen en andere zorgverstrekkers, als in het kader van thuisverpleging. Op een derde plaats vinden we de residentiële langdurige zorginstellingen terug. Ook de aankoop van geneesmiddelen en ander hulpmiddelen in apotheken is in België een belangrijke uitgavenpost, die ca. 11% van onze gezondheidsbestedingen uitmaakt.

Naast eendimensionale tabellen naar financieringsregeling, functie en aanbieder publiceert de FOD Sociale Zekerheid ook tweedimensionale tabellen. Uit deze gegevens kan men afleiden dat onze zorgconsumptie sterk ‘gemedicaliseerd’ is, en sterk op de geïnstitutionaliseerde zorg is gericht.

Deze tweedimensionale tabellen, alsook meer gedetailleerde cijfergegevens, zijn beschikbaar in onze rubriek Cijfers van sociale bescherming.