Bestrijding van sociale dumping

Het vrije verkeer van werknemers/diensten is een grondbeginsel van de Europese Unie. Het betekent dat EU-onderdanen vrij kunnen gaan werken in een andere lidstaat dan hun land van herkomst. Deze grensoverschrijdende mobiliteit van werknemers brengt echter een aantal uitdagingen op het gebied van de sociale zekerheid met zich mee: in welke lidstaat betaal ik mijn socialezekerheidsbijdragen, in welke staat ontvang ik sociale uitkeringen (werkloosheid, pensioen, invaliditeit, enz.), enz.

De Europese verordeningen betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, nrs. 883/2004 en 987/2009, zijn bedoeld om al deze vragen te beantwoorden. Zij bepalen dat in beginsel alle werknemers onderworpen zijn aan het socialezekerheidsstelsel van de staat waar zij hun activiteit uitoefenen (en daar hun socialezekerheidsbijdragen betalen). Er zijn twee uitzonderingen op dit beginsel: detachering en pluriactiviteit (werken in meerdere lidstaten).

De dialoog- en bemiddelingsprocedure   

Geleidelijk aan is detachering een middel geworden om de socialezekerheidsstelsels met elkaar te laten concurreren. Als gevolg daarvan zijn ontduikingen, misbruiken en zelfs georganiseerde fraude geconstateerd, ten koste van de bescherming van de werknemers en de duurzaamheid van de socialezekerheidsstelsels. Dit verschijnsel staat algemeen bekend als "sociale dumping".

De Europese Unie heeft verschillende juridische en institutionele instrumenten ingevoerd om dit verschijnsel te voorkomen en te bestrijden. Een van de vele initiatieven is de dialoog- en bemiddelingsprocedure. Concreet betekent dit dat als er tussen verschillende lidstaten een geschil ontstaat over de socialezekerheidswetgeving die op een werknemer van toepassing is, de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (AC) een procedure heeft ingesteld waarin de opeenvolgende fasen die tot een akkoord leiden, worden geformaliseerd. Meer recentelijk is de Europese Arbeidsautoriteit (European Labour Authority - ELA) opgericht om te zorgen voor de correcte uitvoering van het Europese juridische kader met betrekking tot de mobiliteit van werknemers binnen de EU. Het toepassingsgebied van de ELA omvat, naast de verordeningen betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid, de detacheringsrichtlijnen, de sociale elementen van het mobiliteitspakket, de verordeningen betreffende het vrije verkeer, enz.

De ELA heeft een nieuwe procedure ingevoerd voor de beslechting van geschillen tussen lidstaten: de bemiddelingsprocedure. Deze bestaat naast de dialoog- en bemiddelingsprocedure van de AC. 

De strijd tegen sociale dumping en de FOD Sociale Zekerheid

België, een van de lidstaten die het meest door sociale dumping worden getroffen, heeft van de strijd tegen sociale dumping een van zijn politieke prioriteiten gemaakt. Een federaal actieplan onder leiding van de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) maakt het mogelijk een strategische visie op de strijd tegen sociale dumping te ontwikkelen door de acties van de Belgische stakeholders te coördineren. De FOD Sociale Zekerheid is verantwoordelijk voor verschillende acties van dit plan en speelt een sleutelrol voor verschillende andere acties

De FOD Sociale Zekerheid vertegenwoordigt België ook in twee centrale instanties in de strijd tegen sociale dumping: de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels en de Europese Arbeidsautoriteit.

België maakt uitgebreid gebruik van de hierboven beschreven dialoog- en verzoeningsprocedure. Om deze geschillenprocedure ten volle te benutten, heeft de FOD Sociale Zekerheid het project Osiris gelanceerd.

Het Osiris-instrument zorgt voor een gecoördineerd beheer van de geschillendossiers tussen alle Belgische belanghebbenden. De ervaring die België, en de FOD Sociale Zekerheid in het bijzonder, met het gebruik van de procedure heeft opgedaan, heeft het mogelijk gemaakt de legitimiteit van de Belgische verzoeken op EU-niveau te vergroten, met name in het kader van de herziening van de coördinatieverordeningen en de evaluatie van de A1-procedure. Dankzij de objectieve bevindingen en cijfers die voortvloeien uit het gebruik van de procedure en het Osiris-instrument (evidence based policy) heeft België steeds meer invloed kunnen uitoefenen in de Europese debatten over de bestrijding van grensoverschrijdende fraude.

Meer info 

Contact  

Vragen? Neem contact op met coordinationa1@minsoc.fed.be