Vade Mecum 2019: statistische gegevens over de sociale bescherming in België

Inleiding 

Onlangs publiceerde de FOD Sociale Zekerheid het Vade Mecum 2019 Het Vade Mecum wordt jaarlijks opgemaakt en geeft de evolutie weer van de belangrijkste statistische en budgettaire gegevens over de sociale bescherming in België. De editie 2019 is beperkt tot het statistische gedeelte en bevat dus zowel de statistische gegevens over de bijdragen en de sociale prestaties van de verschillende stelsels als de geaggregeerde economische rekeningen, maar geen budgettaire gegevens. 

De gegevens in het Vade Mecum 2019 hebben betrekking op de jaren 2013 tot en met 2017. De regelingen voor de werknemers en de zelfstandigen vormen het belangrijkste deel. De geneeskundige verzorging, de sociale bijstand (onder andere de tegemoetkomingen aan personen met een handicap en de inkomensgarantie voor ouderen) en de regelingen buiten globaal beheer (zoals de overzeese sociale zekerheid) komen eveneens aan bod. 

Bijzonderheden Vade Mecum 2019 

Deze editie verdient op drie punten bijzondere aandacht. Eerst en vooral is er de impact van de 6de Staatshervorming. Een aantal bevoegdheden zijn als gevolg hiervan overgedragen naar de deelstaten en dus niet langer federaal, zoals bijvoorbeeld de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Voor deze bevoegdheden publiceren we vanaf 2015 geen cijfers meer (met uitzondering voor de gegevens betreffende de gezinsbijslagen, die in de bijlage worden opgenomen). 

Ten tweede bevat dit Vade Mecum voor het eerst sinds 2015 opnieuw geaggregeerde economische rekeningen voor de stelsels van de werknemers, de zelfstandigen en de geneeskundige verzorging en dit voor de periode van 2013 tot en met 2017. De economische rekeningen geven een overzicht van de kosten en opbrengsten per stelsel en per tak (werkloosheid, pensioenen...). Ze worden opgesteld door de FOD Sociale Zekerheid en dienen als input voor de nationale rekeningen van de Nationale Bank. 

Ten derde bevat deze editie betere cijfers over de dienstverlening van de OCMW’s (deel sociale bijstand) dankzij een nauwere samenwerking met de POD Maatschappelijke Integratie. De informatie over de andere onderdelen van de sociale bijstand, namelijk deze over de tegemoetkomingen aan personen met een handicap en de inkomensgarantie voor ouderen, bleef ongewijzigd. 

Omdat het Vademecum is opgevat als een samenvatting op zich, proberen we de inhoud ervan te illustreren met enkele voorbeelden. 

Enkele voorbeelden 

Zoals eerder aangegeven bevat het Vade Mecum de economische rekeningen, die de kosten en opbrengsten van de sociale bescherming weergeven. Onderstaande figuur geeft de evolutie van de opbrengsten per bron weer en dit voor het stelsel van de werknemers

Hieruit blijkt dat na de 6de staatshervorming het aandeel van de sociale bijdragen in de opbrengsten is gestegen van 64% in 2013 tot 70% in 2017. Daartegenover staat een dalend aandeel van de taksen en belastingen aangewend voor de sociale zekerheid, in het bijzonder van de alternatieve financiering, namelijk van 34% in 2013 tot 28,5% in 2017. Het aandeel van de andere opbrengsten (beleggingsopbrengsten, terugvorderingen, ...) daalde met 1 procentpunt (van 2,2% in 2013 tot 1,2% in 2017). 

Naast de economische rekeningen bevat het Vade Mecum gedetailleerde statistieken over de determinanten van deze inkomsten en uitgaven, zoals hoeveel mensen verplicht zijn bijdragen te betalen en aantallen uitkeringstrekkers, gegevens over de bijdragebasis, uitkeringsbarema’s, enzovoort. 

Zoals eerder aangegeven bevat het Vade Mecum ook informatie over de sociale bijstand. Onderstaande figuur geeft het aantal gerechtigden op een leefloon op 1 januari 2017 weer, en dit naar gezinstype en geslacht. Uit deze figuur blijkt dat de alleenstaanden de grootste groep uitmaken (met 54.525 rechthebbenden, of zo’n 39% van het totale aantal). Beide groepen samenwonenden betreffen elk zo’n 42.000 rechthebbenden. 

Er zijn echter opmerkelijke verschillen naar geslacht: terwijl de groep alleenstaanden voor net geen 2/3de uit mannen bestaat, is het overgrote merendeel samenwonenden met personen ten laste een vrouw. Voor samenwonenden met één of meerdere personen zijn de verschillen minder uitgesproken. 

Verder bevat het Vade Mecum 2019 ook een uitgebreid hoofdstuk over de geneeskundige verzorging. Zo is er informatie beschikbaar over de gemiddelde jaarlijkse kost per rechthebbende (in 2016). Onderstaande figuur toont dat de hoe ouder een rechthebbende, hoe hoger de gemiddelde kost voor geneeskundige verzorging voor deze rechthebbende. Een uitzondering hierop zijn de allerjongsten. 

Ook blijkt uit figuur 4 dat de gemiddelde jaarlijkse kost voor personen met een recht op verhoogde tegemoetkoming1 meer dan dubbel zo hoog ligt als voor rechthebbenden zonder, en dat de gemiddelde kost voor vrouwen doorgaans iets hoger ligt dan voor mannen. 

Bovenstaande voorbeelden (en vele andere) zijn uiteraard ook terug te vinden in het Vade Mecum 2019, beschikbaar in de rubriek ‘statistische publicaties’. Merk ook op dat een aantal van de tabellen uit het Vade Mecum worden hernomen in de lange statistische reeksen. Deze geven, voor een aantal sleutelkenmerken, de tendensen op lange termijn van onze sociale bescherming weer. 

Vade Mecum 2019: statistische gegevens over de sociale bescherming in België (.pdf)